maandag 31 maart 2014

Het genezen der hokjesgeesten

Nu mijn lieve vriendinnetje Jessica mij op haar blog bestempelde tot één van haar favoriete bloggers en zelfs vindt dat ik een boek moet gaan schrijven gevuld met korte anekdotes, moet het er maar weer eens van komen. Hierbij: een anekdote.

Ik liep, zoals iedere werkdag (behalve op woensdag en vrijdag, want woensdag werk ik thuis en vrijdag is mijn parttime dag - maar vaak genoeg ben ik op woensdag toch gewoon op kantoor en werk ik op vrijdag stiekem ook nog een beetje (maar dan wel vanuit huis, dus dan ben ik niet op het station)), door de stationspasserelle van 's-Hertogenbosch. Het was vroeg, druk en ik had haast, want de trein was een paar minuten te laat het station binnengereden en op kantoor zat al iemand op me te wachten. Hordes mensen ontwijkend, snelde ik naar de uitcheckpaal van NS, om maar de eerste te zijn die haar chipkaart ervoor hield. Als je pech hebt, sta je daar 3 minuten te wachten tot al je voorgangers zijn uitgecheckt. Ik kon de verleiding om de Hema binnen te lopen ook vandaag weer weerstaan (serieus, íédere keer als ik er langsloop wil ik naar binnen. Om notitieboekjes te kopen, waarvan ik er al 34068 heb. Allemaal onbeschreven.), en liep de trap af.

Voor mij liep een meisje te dralen. Of nou ja, een jongedame. Mijn leeftijd. Niet alleen liep ze heel relaxed de trap af, ze zong er een gezellig liedje bij. En niet heel stilletjes voor zichzelf, maar best wel luid, zeker voor zo vroeg in de ochtend. Terwijl ik haar in razend tempo voorbij stiefelde, wist ik haar nog net een gulle glimlach toe te werpen. Wat heerlijk, zo'n vrolijke dame! Ik kon haar in mijn haast nog net complimenteren met haar muziekkeuze: "Leuk liedje!" riep ik, voordat ik in de mensenmassa op het busstation verdween.

Maar zo, lieve jongens en meisjes, ging het dus in werkelijkheid niet. In het echt dacht ik: loop eens door. Je loopt in de weg, ik moet er langs. Al snel gevolgd door: wat doet ze eigenlijk gek, wie zingt er nou hardop een liedje? En, ik schaam me er heus voor maar durf het tegen jullie wel op te biechten: die is zeker een beetje gek in d'r hoofd. Op het moment dat ik dát dacht, dacht ik: dit is interessant.

De week daarvoor, zelfde plaats ander tijdstip, liep er namelijk een man luidkeels zingend over perron 7. Een groot blik Alfa bier in zijn hand. Uit volle borst 'Bloed, Zweet en Tranen' lallend. Ik glimlachte er om. Dacht: wat een gezellige vent. Vermaakt zich prima in z'n eentje. Benieuwd hoe hij zich morgen voelt. Zou 'ie z'n kater wegdrinken met een groot blik Alfa bier? Oké, ik stopte hem meteen in het alcoholistenhokje. Maar ik dacht niet, zoals bij het zingende meisje op de trap: die dude spoort echt niet. En nou wil ik het meisje en de alcoholist niet vergelijken, maar eh... Laten we zeggen dat alcoholisten wat vaker psychische hulp nodig hebben dan zingende meisjes op stationstrappen.

Maar goed. Waar ik mezelf dus op betrapte: ik oordeelde. Op basis van één enkel gegeven oordeelde ik over iemands sanity. Ik dacht dat ik daarin wel meeviel. Ik plaatste immers de vorige dag nog het Fok-de-hokjes-manifest van Viva op mijn Facebookpagina. Ik hou niet van hokjes. Wil zelf niet in een hokje passen en anderen daar ook niet in plaatsen. Ik wil niet oordelen voordat ik iemand ken. Ik wil niet iets van iemand vinden op basis van uiterlijk, kledingstijl, leeftijd, afkomst of het feit dat iemand hardop zingt in een mensenmenigte. En toch deed ik het. Maar gelukkig betrapte ik mezelf erop, en zette het me aan het denken. Een belangrijke stap, volgens mij, maar mijn hokjesgeest is nog niet genezen.

Afgelopen zaterdag, een 80's tot en met 00's feestje in Amsterdam. Een nogal breed publiek. Lekker mensen kijken en bedenken in welk hokje ze passen: moeke's die eindelijk weer eens een avondje de hort op zijn; eeuwige vrijgezellen op jacht - zij weten dat het publiek hier voor 80% uit vrouwen bestaat; een oud (!!) stel - wat dóén die hier? Een MC die waarschijnlijk als liefdadigheidsprojectje is aangenomen, en een DJ die vast en zeker de lagere school niet heeft afgemaakt, want hij weet niet eens dat de 00's al voorbij zijn. 

Heerlijk toch eigenlijk, die hokjes. Wat moet je anders doen met al die mensen die voorbij flaneren, terwijl jij op een zonovergoten terrasje van je witbiertje zit te nippen? Lekker in hokjes stoppen, allemaal. Doen ze ook bij jou hoor, met je Ray Ban zonnebril, vaalgrijze skinny jeans en je katoenen tote bag.

Volgens mij kan ons brein ook moeilijk anders: onze hersenen delen al onze ervaringen in in categorieën, zodat we ze later gemakkelijk terug kunnen vinden. Labeltje eraan en hop, in de archiefkast tot nader order. Wat je je hersenen wél kan leren, is om er even bij stil te staan dát je zo'n labeltje opplakt. Even bij jezelf nagaan waar je dat hokje op baseert. En tot de conclusie komen dat dat (in de meeste gevallen) op niets is. Kom terug op hokjes, geef mensen de kans om het tegendeel te bewijzen. Schrijf je labeltjes met potlood, zodat je ze later weer uit kunt gummen. Ha! Ik schrijf gewoon mijn eigen manifest!

zondag 16 maart 2014

Zo wordt hardlopen (hopelijk) minder saai

Ik ben dus weer (of eigenlijk nog steeds) aan het hardlopen. En ik vind het echt wel leuk en het voelt fijn om een beetje sportief bezig te zijn. En het is goed voor m'n flubberbenen en drilbillen, natuurlijk. Maar eerlijk is eerlijk: ik vind het ook een beetje saai. Na 20 minuten heb ik het gewoon wel weer gezien. En dan heb ik de zelfdiscipline niet om tóch door te rennen. Dus stop ik maar. Terwijl ik qua conditie en het beengevoel (is dat een ding? Het klinkt als een ding.) heus nog wel wat verder kan. Daarom plaatste ik een berichtje op Instagram en Facebook, met de vraag hoe ik ervoor kan zorgen dat hardlopen minder saai wordt. Dat leverde een paar bruikbare tips op. Kijk maar:

1. Altijd verder en sneller willen. Voor veel mensen is zichzelf overtreffen de beste motivator. Natuurlijk heb ik dat ook wel een beetje, maar ik loop daarin meestal niet al te hard van stapel. Als ik 0,2 kilometer verder ren dan de vorige keer, vind ik het allang best. Uiteindelijk kom ik dan natuurlijk wel tot steeds langere runs, maar telkens 200 meter langer doorgaan maakt het rennen voor mij nog niet minder saai. Wél als ik het combineer met de volgende tip:
2. Een doel hebben. Uiteraard. Dit weet iedereen. Maar voor mij helpt het als dat doel eigenlijk nét niet haalbaar lijkt. Als ik er keihard voor moet werken om het tóch te halen. Ik had er nu bijvoorbeeld voor kunnen kiezen om me in te schrijven voor een wedstrijd van 5 kilometer ergens in april (ik ren nu 3,5). Mooi streven, kan ik lekker rustig opbouwen, en met 0,2 kilometer per run erbij is het nog hartstikke haalbaar ook. Maar ook: saai. En dus heb ik me ingeschreven voor een wedstrijd van 7,5 kilometer, op 6 april. Als ik dat wil halen, moet ik nu keihard aan de bak. Bij iedere run mínstens 500 meter verder, liefst meer. Hartstikke spannend, hoor :).
3. Aan andere dingen denken dan dat het saai is. Tijdens het rennen gaat het er in mijn hoofd ongeveer zo aan toe: Zit ik al op 5 minuten? Ben ik de kilometer al voorbij? Waarom doe ik dit eigenlijk? Mag ik al stoppen? Waarom zegt het Runkeeper mevrouwtje niks? Staat m'n telefoon nog wel aan? Oh ja, ik hoor muziek. Wat een stom nummer eigenlijk. Ben ik er nou nóg niet? Jémig wat is dit saai. Oké, een tikje overdreven natuurlijk, maar tijdens het rennen ben ik toch vooral bezig met het aftellen van kilometers en minuten. Het lukt niet om m'n gedachten af te laten dwalen naar iets anders. Werkte mijn brein tijdens het rennen maar hetzelfde als wanneer ik op m'n ideeënfiets zit. Dan ben ik met van alles bezig, behalve met fietsen. Tijdens mijn volgende run ga ik maar eens bewust nadenken over leuke blogonderwerpen, of wat ik de komende week ga eten. Dan is die 4 kilometer vast zo voorbij.
4. Andere routes kiezen. Verandering van spijs doet eten. Ik heb al 100 keer hetzelfde rondje gelopen en dat maakt het er allemaal niet perse enerverender op. Maar ja, als je nog niet zulke lange afstanden rent, is het natuurlijk wat lastiger variëren. Ik zou ergens naartoe kunnen fietsen, een stukje kunnen rennen en weer naar huis kunnen fietsen. Heb ik meteen m'n warming up en cooling down te pakken. Ik kan ook een keertje de andere kant op lopen als ik de deur uit stap. Ik woon precies tussen twee parken in, dus waarom zou ik dat niet eens wat meer afwisselen? Ik krijg nu al zin om een nieuw rondje te ontdekken.
5. Regelmaat. Het helpt als je jezelf steeds beter ziet worden (zie ook punt 1 en 2). En dat lukt natuurlijk sneller naarmate je vaker rent. Daarom heb ik voor mezelf een schema gemaakt, tot aan de race van 6 april. En alle dagen dat ik nu gepland heb te rennen, móét ik ook echt gaan. Anders kan ik wel fluiten naar die 7,5 kilometer. En ik moet en zal die natuurlijk helemaal rennend volbrengen. Gaan lopen tijdens races; daar doe ik echt niet aan. 
6. Muziekje aan en gaan. Ik heb sinds kort een 'Lekker rennen' playlist in Spotify en merk inderdaad dat het hardlopen op sommige nummers beter gaat dan op andere. Mijn playlist heeft dus nog wel even een upgrade nodig. Er moeten natuurlijk alleen maar liedjes in staan waar ik als een malle op ga en waardoor ik alles om me heen vergeet. Ken jij dat soort liedjes? Laat het me vooral even weten!

En ook als je nog andere motiverende tips hebt, hoor ik dat heel graag. Als ik alle bovenstaande acties tot uitvoering breng, zou ik op 6 april toch een heel eind moeten kunnen komen. Maar nog wat extra steuntjes in de rug zijn natuurlijk nooit weg. 

donderdag 13 maart 2014

Vijf (of eigenlijk maar één) random dingen die ik even kwijt moet (en een lesje Nederlands)

Dag lief blog! (Ik ging serieus googelen (dit googelde ik ook meteen maar even) of het nou eigen de of het blog is. Blijkbaar mag je zelf kiezen; als je maar consequent bent. Meest gangbaar is de blog. Maar ik neig toch naar het. Ik vind het zo leuk als De Groene Meisjes het hebben over 'dit blog' en 'ons blog'. Dat klinkt zo leuk. Ik ga dat ook doen. Heel consequent en alles.) (Ik googelde ook hoe het eigenlijk zit met sluitende haakjes en punten daar voor of achter. Het moet dus blijkbaar op deze manier, als de zin die tussen haakjes staat met een hoofdletter begint.)

Ik ben er weer even! Het is niet zo dat ik je vergeten was; integendeel. (Ik hou van puntkomma's, maar ik weet eigenlijk niet of ik ze wel goed gebruik, dus dat zocht ik op; nu weet ik het nog steeds niet). Heel vaak, meestal als ik op de fiets zit, bedenk ik iets leuks om een stukje over te schrijven. Maar eenmaal thuis moet ik eerst koken, de was doen, eten, de vaatwasser in- en/of uitruimen, even chillen, Borgen kijken... En dan is het al heel snel bedtijd en heb ik nog geen stukje geschreven. Heel vaak zijn de stukjes die ik bedenk ook maar heel klein; met de nadruk op stukjes dus. Meestal kan ik daar echt geen volwaardige blogpost mee vullen. Dus dan schrijf ik maar niks. Wat natuurlijk stom is, want schrijven vind ik nog steeds heel leuk. Óók korte stukjes. 

Vanavond zat ik weer eens op mijn ideeënfiets naar huis, en toen bedacht ik dat ik gewoon een paar random dingen met jullie wil delen. Of nou ja: ik wil er vooral zelf over schrijven omdat ik dat dus leuk vind. Of jullie het lezen, is natuurlijk geheel aan jullie zelf. (Ja, dat schrijf je los van elkaar.)

1. Over die ideeënfiets van mij: die is dus nieuw. Ik fietste nog altijd op de fiets die ik van mijn ouders kreeg toen ik naar de middelbare school ging. Dat is al honderd jaar geleden, en de fiets heeft daarna altijd buiten gestaan in zowel Utrecht als Amsterdam. Je kunt je vast voorstellen hoe 'ie eraan toe was. Nadat voor de tiende keer de ketting eraf lag en ik die er met de beste wil van de wereld niet meer op kreeg, vond ik het wel mooi geweest met dat oude stalen ros. Ik kocht een hele mooie (nee, eigenlijk echt heel lelijk, maar ze hadden niks anders) witte stadsfiets met een heel dik frame, hele dikke banden en - dat wilde ik heel graag - een terugtraprem én versnellingen. Het is een fijn ding en ik wil er goed voor zorgen. Daarom zet ik 'm nu iedere dag in de fietsenstalling op het Amstelstation. Dat is bewaakt en hartstikke gratis en ik vind het de hemel op aarde. Ik zet hem daar altijd alleen maar op enkel slot en dat scheelt een hoop frustratie 's ochtends. Ik heb volgens mij al wel eens eerder geschreven over wat voor kneus ik ben als op het fietsen(stallen) aankomt. Je kunt je indenken hoe zielsgelukkig ik met de ontdekking van de fietsenstalling (zo gaat m'n toekomstige boek heten, denk ik) ben. 

2. Eh, ja. Ik bewaar het volgende random feitje toch maar even voor een volgende blogpost. Want blijkbaar kan ik dus wél een hele post vullen met maar één kleine anekdote. Dat is goed om te weten. Bovendien heb ik mijn Nederlands weer een beetje bijgespijkerd, dus dat belooft wat voor het volgende stukje op dit blog!