woensdag 13 augustus 2014

Over exhibitionisme, voyeurisme en schijncontrole (of: de wondere wereld van vloggen, bloggen en activity trackers)

Op regelmatige basis verwonder ik me over drie dingen. Oké, eigenlijk over wel honderdmiljoenmiljard dingen, maar dat zijn er teveel om in één blogpost te beschrijven. Waar ik het vandaag met je over wil hebben, zijn drie dingen die ik heel raar en vreemd vind, maar tegelijkertijd heel boeiend en leuk. En het zijn dingen die ik eigenlijk zelf ook wel eens zou willen doen, al doe, of zou willen hebben. Ben je al nieuwsgierig? Als ik dit zou lezen en nog niet zou weten waar het over gaat, zou ik werkelijk waar op het puntje van m'n stoel zitten. Ik hou je niet langer in spanning.

Nummertje 1. Je hele leven op YouTube laten zien.
Sinds Mascha van Beautygloss een paar jaar geleden begon te vloggen, en nu zelfs het hele jaar door iedere dag van haar leven op video vastlegt, ben ik een trouwe kijker. Iedere ochtend ontbijt ik met haar. En ik vind het zo fascinerend en leuk en gezellig om te zien. Maar waarom, in hemelsnaam? Zoveel spannende dingen maakt ze nou ook weer niet mee en qua persoonlijkheid vind ik haar eigenlijk ook niet bijster bruisend. Maar toch: iedere ochtend, vaste prik, Mascha en een bakje yoghurt met muesli. Blijkbaar zijn er duizenden mensen en families die dagelijks hun beslommeringen vastleggen op camera en, gekker nog, dit delen met iedereen die het maar bekijken wil. Natuurlijk bepalen ze zelf wat er wel en niet in beeld komt, en zullen ze voor zichzelf de grenzen van het acceptabele hebben bepaald. Althans, dat hoop ik van ganser harte voor ze. Maar ook dan vraag ik me af: wat is dat voor vreemde behoefte om je leven te filmen en met iedereen te delen? En hallo Froukelientje, wat is dat met jou en het willen zien van al die onbekende levens? (Ik ben sinds een week ook verslaafd aan het kanaal van de SacconeJolys. Vooral om de schetige kindjes, niet om die irritante onverstaanbare dude die de hele tijd in beeld is.)

Nummertje 2. Bloggen, überhaupt.
Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor 'gewoon' bloggen. Waarom zou je alles wat je meemaakt in geuren en kleuren het wereldwijde web insturen? Daar naar waar je eigenlijk geen idee hebt wie het leest en wat er met al jouw informatie en foto's (!) gebeurt. En wat is er eigenlijk mis met mij, dat ik zoveel blogs volg en juist de meest persoonlijke stukjes het allerinteressantst vind? Wat kunnen mij al die onbekende mensen eigenlijk schelen? En waarom wil ik zelf eigenlijk zo graag stukjes online zetten? Ik verbaas me hier iedere dag wel een keertje over. En iedere keer dat ik zelf een stukje online zet. (Gelukkig is dat niet zo vaak.) Het blijft een vreemd fenomeen.

Nummertje 3. Activity trackers. 
Ja, nog zoiets. Het is tegenwoordig helemaal hip om een apparaatje om je pols te dragen dat meet hoeveel je beweegt, slaapt en eet (dat laatste moet je nog wel handmatig invoeren; zo vooruitstrevend is de techniek van tegenwoordig nou ook weer niet). En het leukste is dan natuurlijk nog om het aantal dagelijks gezette stappen en je slaappatroon van de afgelopen nacht met de gewillige voyeur (of voyeuristen? Ik ging het googelen en zag meteen een stout plaatje op Wikipedia. Ik heb het hier natuurlijk over de (niet zo) stoute variant) te delen. En ja, ook dit vind ik dus leuk om te zien. Sterker nog, ik wil ook zo'n kek meetdingetje om mijn pols! En dat terwijl ik alle argumenten om het niet te doen kan bedenken en het daar zelfs roerend mee eens ben. Want wat schiet je er nou helemaal mee op om tot op de stap nauwkeurig te weten hoeveel je op een dag beweegt? Ik weet zonder tracker heus ook wel dat ik veel vaker in de benen moet. En wat doet het ertoe om terug te kunnen zien hoe vaak je 's nachts wakker bent geworden? Als dat meer dan één keer per nacht is, denk ik daar liever helemaal niet meer aan terug. Ja, het was een kutnacht en nu ben ik moe. Moving on. Het apparaatje schijnt je te motiveren om daadwerkelijk het benodigde aantal stappen op een dag te behalen. Volgens mij werkt dat een weekje, maar moet je daarna toch echt weer helemaal zelf je luie billen van de bank af motiveren. En joehoe, je kunt toch zeker zelf wel bedenken dat je meer moet bewegen, eerder naar bed moet en minder wijntjes moet drinken? Bovendien kost het dingetje een luttele 100 tot 150 euro. Dus. Ik wil er eentje hebben, dat lijkt me duidelijk.

Kortom
Deze vreemde wereld van exhibitionisme, voyeurisme en schijncontrole blijft me verbazen. En ik zit er zelf middenin. Waarom? Ik snap er ook niks van. Maar ik vermaak me er kostelijk.

zaterdag 9 augustus 2014

Ik ben gewoon een beetje blij, met dat tuintje van mij

Toen mijn ouders tijdens mijn negende levensjaar hun tuin lieten ontwerpen door een heuse tuinarchitect, werd er voor mij en mijn broer een speciaal stukje grond gereserveerd. In de met mini-buksushaagjes afgebakende aarde mochten we alles planten wat we maar wilden. Het hoefde niet te passen binnen het strakke tuinontwerp. Wilden we bloemen, dan plantten we bloemen. Wilden we groenten en kruiden, dan plantten we die. In het begin was ik razend enthousiast en heb ik samen met mijn vader allerhande groen in de grond gestopt. Ik herinner me vooral veel viooltjes. Lekker makkelijk, moet mijn vader hebben gedacht. Maar wat me het meest aan die tuintjes is bijgebleven, is hoe snel mijn broer en ik erop uitgekeken waren. En hoe lang de buksushaagjes er daarna maar wat doelloos bij hebben gestaan. Als negenjarige vond ik andere dingen blijkbaar toch interessanter. Mijn barbies en ik waren nog altijd onafscheidelijk. En ik stond geregeld de longen uit mijn lijf te playbacken voor de immense spiegel in mijn roze slaapkamertje.

Toch denk ik dat mijn liefde voor tuinieren tussen die buksushaagjes begonnen is. Toen mijn vriend en ik drie jaar geleden op zoek gingen naar een huis in Amsterdam, was 'een buiten' de belangrijkste eis die we hadden. Niet alleen zodat we lekker in het zonnetje onze koffietjes en biertjes konden opdrinken, maar ook zodat ik aan de slag kon met bloempjes, kruiden en misschien zelfs mijn eigen groentes kon gaan verbouwen. Wat een geluk dat we een fantastisch leuk huisje vonden met een nog veel fantastischer terras. Ruim twintig vierkante meter aan 'buiten' heb ik tot mijn beschikking, en wat vind ik het heerlijk om daar maar wat aan te rommelen met mijn bloemen en planten. En vooral: met mijn eigen eetbare tuin.
Dit jaar heb ik voor het eerst een paar dingen gezaaid. De oregano en basilicum doen het fantastisch, in tegenstelling tot de tijm waarvan er maar 3 zaadjes zijn ontsproten. Klapper van mijn eerste zaai-avontuur is echter mijn courgetteplant, die me vandaag de allereerste knoeperd van een courgette gaf. Daarnaast heb ik nog plantjes munt, citroentijm, nog een basilicumplantje, aardbeitjes en bieslook. En ik kocht een heel zielig paprikaplantje bij AH en een karige cherrytomatenplant bij de Turkse groenteboer. Inmiddels zijn beiden weelderig gaan groeien en kan ik haast elke dag tomaatjes plukken. Over een poosje heb ik ook elke week een verse rode paprika uit eigen tuin.


Ik vind het fantastisch om dingen die ik zelf 'gemaakt' heb te kunnen eten. Maar ook het verzorgen van de plantjes vind ik zo heerlijk om te doen. Lekker mindful, vingers in de aarde, heel rustgevend. Oké, ook wel eens niet. Want dat water geven is bijvoorbeeld iedere keer weer een gedoetje. Een tuinslang die in de knoop zit, gaat het nou nog regenen vandaag of niet, ik ben een paar dagen bijna niet thuis dus hoe moet dat nou, en zucht, hebben die stomme planten nou alwéér dorst? Ik beken ook heus eerlijk dat ik mijn plantjes niet altijd even goed verzorg. Maar vandaag heb ik weer eens extra de tijd genomen en heb ik alle planten bijgeknipt, opgebonden, ze liefdevol toegesproken en straks krijgen ze nog een lekkere scheut water met krachtvoer.

Wat een kneuterig blogje hè? En het wordt nog erger, want wat ik dus ook heel leuk vind, is om te lezen over de moestuin van iemand anders. Mijn favoriete blog op dit moment is Moesker's Moestuin. Fantastisch om te zien hoe Clarien zichzelf en haar hele gezin kan voeden met groenten van haar eigen stukje land. Gisteren had ik het met een vriendinnetje over het huren van een moestuintje in Amsterdam. Wat lijkt me dat leuk! Maar - ja ja, zoals eigenlijk alles in mijn leven - ook wel een gedoetje. Je moet er iedere keer naartoe en het ligt niet om de hoek. Het állerliefst heb ik natuurlijk mijn eigen lapje grond aan huis. Waarop ik alles wat ik wens kan planten en verbouwen. Met misschien wel een zorgvuldig gesnoeide buksushaag er omheen.

En dit is natuurlijk mijn favoriete tuinierlied.