dinsdag 22 maart 2016

Het is iets

Aanslagen in Brussel. Zo verdrietig en angstig. De afgelopen weken betrapte ik mezelf een aantal keer op de gedachte dat het zomaar ook hier kan gebeuren. Vooral op treinstations, en dan vooral in Utrecht. Zoveel mensen bij elkaar, zo'n makkelijk doelwit. Ik stelde mezelf dan gerust met de gedachte dat alles goed in de gaten gehouden wordt. Dat 'ze' de aanslagplegers op tijd in de kiem zullen smoren. Naïef, ja. Maar je moet wat. Ook denk ik, om mezelf gerust te stellen: de kans is zo klein dat je er zelf in terecht komt. Je zal er maar in terecht komen. Of je familie, vrienden, naasten. Mijn schoonfamilie in Brussel is gelukkig veilig, maar zoveel anderen - overal ter wereld, om het maar even breed te trekken - zijn dat niet.

Mijn angst word groter. Daarbij ook de angst dat dit uitmond in nog veel meer boos- en verdeeldheid. De reactie van mensen op dit soort gebeurtenissen maakt me haast net zo bang als de gebeurtenissen zelf. Is het dan beter om maar niet te reageren? Wat is een goede reactie? Is die er wel?

Gewoon doorgaan, denk ik. Hoop ik. Lief zijn voor alle mensen die je vandaag, morgen en de rest van je leven tegenkomt. Je niet laten leiden door de angst die je onvermijdelijk wel voelt. En: leven. Het kan - echt - zomaar afgelopen zijn. Mijn zoektocht naar werk wordt opeens futiel. Straks heb ik bergen geld verdiend maar heb ik daar nooit mooie, fijne, leuke dingen mee gedaan. En dan is het oorlog, ontploft er een bom in de train waar ik inzit. Als ik dan dood ben wil ik een fijn leven hebben gehad. Geen dingen hebben gedaan omdat ze zo horen (volgens wie?) of omdat ze nu eenmaal moeten (van wie?).

Wat ga ik vandaag doen zodat ik vanavond met een gerust hart kan sterven? Iets waarop ik nu niet direct een antwoord weet. Mijn gedachten gaan naar schrijven en naar iets van betekenis doen voor andere mensen.

Ik denk ook aan alle moslims die in mijn buurt wonen, in Nederland, in Europa en overal ter wereld. Hoe moet het voor hen zijn? Hoe reageren zij op zulk soort nieuws? Ik las op Twitter een bericht van iemand die vond dat moslims geen afstand zouden moeten doen van terrorisme, omdat ieder weldenkend mens zoiets vreselijks verafschuwd. Waar, natuurlijk. Maar ik snap wel dat ook - júíst - moslims zich hierover willen uitspreken. Dat ze zeggen: dit is niet uit naam van ons geloof. Dit is niet de islam die in ons hart leeft. Dit zijn zieke geesten, haatdragers. Dit zijn wij niet.
Het maakt me heel verdrietig dat zij überhaupt de noodzaak voelen om dit zo expliciet te benoemen. Dat meer en meer alle moslims als terroristen worden gezien. Dat alle vluchtelingen een risicofactor zijn. Dáár zit ook mijn angst. Want wat doet dat met de verhoudingen in de maatschappij? Ik voel me machteloos. Want wat kan ik hier in mijn eentje aan doen?

Ik denk: het tegendeel bewijzen. Contact maken. Ik zou wel eens het gesprek hierover willen aangaan met de moslims in mijn buurt. Wat doet het met hen? Hoe gaan zij hiermee om? En hoe kunnen we samen voorkomen dat er nog meer afstand, boosheid en haat ontstaat?

Maar dan, heel eerlijk: ik ervaar wel een drempel om dat te doen. Ik ken geen moslims, op de vrouw die ik Nederlandse taalles geef na. Ik zie haar pas volgende week weer. Dan zal ik het er met haar over hebben. Het is iets. Ik ga mijn buren gedag zeggen, glimlachen (als ik dit teruglees denk ik: dat is nogal een matige actie, Froukelientje. Maar dan toch: iets). Naar iedereen uitstralen: we zijn allemaal mensen, we hebben het met elkaar te doen. Er zitten rotte appels, zieke zielen, haatdragers tussen. Zij vergiften ons mens-zijn. Maar we laten ze onze wereld, onze levens niet verpesten. We are in this together.

Ik heb heel erg getwijfeld of ik dit stukje online moest zetten. Toch doe ik het, omdat mijn gedachten misschien ook die van jou zijn. Omdat ik misschien iets in je kan aanwakkeren. Een reactie, discussie, dat je ook vanuit liefde probeert te leven in plaats vanuit angst. Samen doen we dan toch iets, in plaats van machteloos de nieuwsberichten volgen die ons alleen maar banger maken.


Returning hate for hate multiplies hate,
adding deeper darkness to a night already devoid of stars.
Darkness cannot drive out darkness; only light can do that.
Hate cannot drive out hate, only love can do that.

zondag 22 november 2015

Een voorschot op 2016

Zoals ieder jaar rond deze tijd ben ik nostalgisch en nerveus. Het jaareinde komt met rasse schreden dichterbij. Nog minder dan veertig dagen tot de jaarwisseling.

Maar wat heb ik eigenlijk gedaan met alle 305 dagen hiervoor? Van het overgrote deel kan ik me niets meer herinneren. Mijn Instagram-feed kan me dit jaar niet helpen, want ik heb belachelijk weinig foto’s gemaakt. Als ik mijn agenda doorblader – een kleine newsflash tussendoor, u zult het niet geloven, maar sinds een paar weken heb ik de overstap gemaakt naar een digitale agenda, revolutie! – kan ik me een redelijk beeld vormen van hoe mijn jaar eruit zag. Maar ondanks de waardevolle momenten die er heus wel zijn geweest, bekruipt me het gevoel dat ik mijn dagen niet ten volste heb beleefd. Dat er teveel loze momenten zijn geweest, waarop ik apathisch voor de televisie of achter mijn laptop heb gehangen. Teveel naar mijn telefoon gestaard, kijkend naar hoe de levens van al die (semi-)onbekenden zich voltrokken.

Ik krijg de neiging om een inhaalslag te maken, deze laatste dagen van 2015. Om nog even het onderste uit de kan te halen, het allerbeste uit mezelf te halen, het jaar met een knaller af te sluiten. Waar ik ga beginnen? Ik heb geen flauw idee.

Het einde van het jaar betekent voor mij niet alleen een nieuwe scheurkalender, maar ook dat mijn laatste dagen als twintiger geslagen zijn. Ik vind dat echt heel eng. Natuurlijk weet ik wel dat leeftijd slechts een nummer is, en er alleen toe doet als je kaas, wijn of een banaan bent. Maar toch. Als je dertig bent, heb je je leven volledig op de rit, weet je waar je naartoe wilt, ben je wel zo’n beetje over je hoogtepunt heen, moet je je inmiddels toch in alle contexten volwassen kunnen gedragen.

Ik daarentegen rol vanuit mijn quarterlifecrisis rechtstreeks mijn dertigersdilemma in. Waar ik naartoe wil? Als ik dat toch eens wist. Over mijn hoogtepunt heen? De aftakeling – grijze haren, als ik nu niet ga sporten gaat volgend jaar alles hangen, de ergste katers ooit – is begonnen, ja. Maar dat hoogtepunt laat nog wel even op zich wachten. Het zou helpen als ik wist waar dat hoogste punt lag. En wat volwassenheid betreft: ik verbaas me er nog regelmatig over dat ik zelfstandig kan wonen.

Zoals ieder nieuw (levens)jaar dringen ook de goede voornemens zich weer aan me op: bewuster zijn van alles wat ik meemaakt, minder achter computer-, televisie- en telefoonschermen leven, meer schrijven, meer lezen (ik typte leven), sporten, meer foto’s maken, een groot doel hebben en daar heel gericht naar toewerken. Yoga, mediteren, lezen over spiritualiteit en zingeving, en mijn eigen weg daar in vinden. Meer doen voor anderen, mezelf meer ontwikkelen.

Nog 39 dagen tot 2016. Nog 41 dagen tot ik 30 ben.
Ik neem vast een voorschot op het nieuwe jaar.

maandag 22 juni 2015

Een boek over opruimen

Een tijdje geleden kocht ik het boek Opgeruimd! van Marie Kondo, nadat ik er al op oneindig veel blogs over las. Ik moest 20 minuten op mijn trein wachten, er was een Bruna op het station en ik heb een zwak voor zelfhulp-achtige boeken. Je snapt: er was geen ontkomen aan.

Tijdens het lezen heb ik mezelf meermaals afgevraagd - en de heer des huizes drukte me af en toe met mijn neus op diezelfde feiten - of het niet veel logischer en efficiënter is om alle tijd die ik steek in het lezen over opruimen, daadwerkelijk te besteden aan het opruimen zelf. (Hetzelfde krijg ik regelmatig van mezelf - of van diezelfde heer des huizes - te horen over het maken van te doen- en/of te kopen-lijstjes, de zoektocht naar de meest effectieve schoonmaakroutine en het lezen van hardloopblogs).

Toch heeft het boek me gemotiveerd om mijn hele kledingkast uit te mesten. Ik heb nooit veel kleding gehad. Dacht ik. Want toen ik alles Konmari-style vanuit de kast op het bed gooide, verrees daar toch een ferm bergje kleding. Drie vuilniszakken gingen er uiteindelijk weg, en ik hield slechts de dingen waar ik blij van word. En dat blijkt tot nu toe, geheel tegen mijn verwachting in, ruim voldoende om me fatsoenlijk te kunnen kleden. Ik zou nog wel een aantal echt mooie, kwalitatieve items aan mijn garderobe willen toevoegen. Het is jammer dat ik niet van shoppen hou.

Ook heerlijk: mijn sieraden staan niet langer te verstoffen op de ladekast. Ik heb mijn collectie hevig uitgedund en op aanraden van Marie een lade in mijn kast onderverdeeld met bakjes die ik nog had, van oude telefoons enzo. Die overigens ook nodig eens opgeruimd moeten worden. Herinnert iemand zich nog de eerste Ladyphone van Samsung? Nu als museumstuk te bewonderen in Amsterdam Oost.

Mijn sokken en ondergoed zijn inmiddels op Japanse wijze gevouwen. Van opgepropte bolletjes schijnen je sokken niet blij te worden. Ik vond dat zielig, dus vouw ik ze nu netjes op. Dat scheelt ook nog eens heel erg veel ruimte. Van het grote assortiment aan gebruiksaanwijzingen hebben we er slechts vijf gehouden. De rest was goed voor een tot driekwart gevulde vuilniszak. Van de meesten hadden we het bijbehorende apparaat niet eens meer. En aan IKEA-bouwinstructies heeft niemand ooit wat gehad.

Als je eenmaal alles hebt opgeruimd, hoef je er haast niets meer voor te doen om je huis voor altijd netjes te houden, beweert Marie Kondo. Daar kijk ik naar uit. Want minstens twee keer in de week is het hier een onbegaanbare puinzooi. Maar met die bende ga ik graag de strijd aan, gewapend met mijn op te ruimen-lijstje en mijn planning van welk huishoekje ik wanneer aanpak. En ter inspiratie kijk ik natuurlijk eerst al mijn favoriete opruimvideo's op YouTube.

donderdag 4 juni 2015

Waar blijft de tijd

Hallo jongens, wat vliegt de tijd. Ik sta daar overwegend positief tegenover. Voornamelijk omdat de zomer opeens op het punt van beginnen staat, terwijl het voor mijn gevoel twee dagen geleden nog koud, nat en grijs winterweer was (oh, wacht). Het voelt als de dag van gisteren dat we de kerstboom bij het grofvuil zetten, maar inmiddels hangen er alweer groene baby-aardbeitjes aan de plantjes op mijn terras; over een paar dagen kunnen de eersten geplukt.

Wat ik minder leuk vind, is dat het soms voelt alsof de dagen - soms zelfs hele weken - me ontglippen. Dat ze voorbij gaan zonder dat er iets gebeurt, zonder dat ze iets bijdragen aan mijn levensvreugde dan wel -ervaring. Dinsdag vroeg een collega mij wat ik het weekend daarvoor had gedaan. Ik kon het niet meer bedenken. Gelukkig zie ik, als ik door mijn agenda blader, dat er in de eerste helft van 2015 best wel wat gebeurd is.

We aten een fantastisch sterrendiner bij De Posthoorn in Monnickendam, waarna mijn geliefde voor twee maanden naar Londen vertrok. Daar ging ik twee keer een weekend op bezoek. Met een fantastisch team werden we (gedeeld) eerste bij de pubquiz. Ik schilderde muren en een plafond wit in het nieuwe grotemensenhuis van een vriendin. Ik deed een schrijfcursus van 15 weken en een wijncursus van 4. Er waren promotie- en verjaardagsfeestjes. Boer zoekt vrouw en Wie is de mol op televisie. Moestuintjes van Albert Heijn die bij mij een liefdevol thuis vonden. Lunches, koffiedates, bioscoopbezoekjes (maar van alledrie eigenlijk te weinig). Heel veel dinertjes met wijnarrangementen, een wijn- en een whiskyproeverij (bij die laatste was ik slechts notulist). Ik liep een beetje hard en deed een beetje yoga (maar van allebei eigenlijk te weinig). Er was een heerlijk kneuterig weekend met de schoonfamilie in België. Mijn geliefde promoveerde. We kookten bij De Librije. De Weber werd ingewijd. Game of Thrones begon (maar is ook alweer bijna afgelopen). Mijn oma werd 90 jaar. Ik ging twee keer naar London Calling: één keer binnen en één keer buiten. Er waren hamburgers en er was bier.

Dus zo erg is het allemaal heus niet: er gebeurt genoeg. En dan heb ik nog niet eens alles opgenoemd. En alleen nog maar de leuke dingen. Wat ik erg vind, is dat ik écht mijn agenda erbij moest pakken om bovenstaande opsomming te maken.

Het is tijd voor een lesje bewustwording. Een poosje geleden maakte ik op dit blog elke week een lijstje van de dingen die ik had gedaan, gedacht of gekregen. Laatst las ik al die lijstjes terug, en ik kon me ieder punt nog heel helder voor de geest halen. Ik wil die lijstjes weer. Om de tijd even bij z'n lurven en kladden te grijpen. Stilstaan. Bewust zijn. En zodat ik voortaan wel aan mijn collega's kan vertellen wat ik in het weekend heb gedaan.

woensdag 27 mei 2015

Onthaasten: drie tips

Afgelopen zaterdag had ik het met een vriendinnetje over haast. Al snel kwamen we tot de conclusie dat het Nederlandse waarschijnlijk één van de meest gehaaste volkeren der aarde is. Terwijl al die haastige spoed, zoals het cliché al doet vermoeden, natuurlijk zelden goed is. Onnodig meestal ook. En veroorzaker van veel stress, negativiteit en een gebrek aan naastenliefde. Is het erg om vijf minuten langer bezig te zijn met je boodschappen, omdat je iemand geholpen hebt een bepaald product te vinden? Hoe erg is het om iets later in de kroeg te belanden, omdat je je netjes aan de verkeersregels (die gelden immers ook voor fietsers) hebt gehouden? En zelfs: is het echt zo erg om je trein te missen en een kwartiertje later op je werk te zijn? Hoe fijn is het als je ochtenden niet meteen beginnen in de haaststand, en je de tijd hebt om op het station een kopje koffie te halen? Dat bedoel ik. Een nieuw voornemen is geboren. En bij toeval ontdekte ik dit weekend drie dingen die daarbij een handje helpen.

1. Chillen in Sanadome (of andere thermen/spa/sauna). De hele dag een beetje poedelen, fijne gesprekken voeren, een tijdschriftje lezen. Eten als je honger hebt, drinken waar je zin in hebt. En dan nog een ronde poedelen en bubbelen. Je telefoon ligt in je kluisje, dus daar heb je geen last van. Het bad gaat pas om half 12 dicht, dus op de tijd hoef je ook niet te letten. Oké, wel een beetje, als je de laatste trein naar Amsterdam Amstel wilt halen.

2. Pulled pork maken. Mijn geliefde kreeg voor zijn promotie poepsjieke barbecue cadeau. Eentje die groot genoeg is om hele hompen vlees er indirect op te grillen. Zondag was het mooi weer en dus werd er gebarbecued. Zes uur lang heeft de varkensschouder op de barbecue gelegen. Ik zat er naast een krantje te lezen, te niksen, de temperatuur van het vlees en de barbecue in de gaten te houden. Het resultaat was heerlijk en de dag precies zoals een zondag zijn moet.

3. Een kat. Deze week logeert de kat van mijn broer bij ons. Nu geeft hij niet het meest lichtende voorbeeld van een stress-vrij leven (ons huis maakt hele enge geluiden en mensen over de vloer zijn natuurlijk ook heel spannend), maar hij dwingt bij mij wel rustmomentjes in de dag af. 's Ochtends heel even kroelen in bed. Tien minuten knuffelen als ik thuiskom uit mijn werk. Op schoot gaan zitten als ik net van plan was op te staan om iets nuttigs te doen, en dan dus nog maar even blijven zitten. Ja, hier kan ik wel aan wennen. "Ik moest nog even met de kat knuffelen," is toch best een goed excuus om niet op tijd te zijn?

zaterdag 16 mei 2015

Mijn schrijfcursus: een kleine geschiedenis

Ik heb dus een schrijfcursus gedaan. Mijn eerste korte verhaal is inmiddels een feit. Ik denk niet dat ik dat verhaal ooit hier zal plaatsen, want dat vind ik te eng. Het privilege (haha) dat verhaal te mogen lezen is slechts voorbehouden aan hen die zeer dichtbij mij staan. Lezers tot nu toe: mijn vriend. Oké, en mijn medecursisten en docent maar die tellen niet. Dat wordt nog wat als ik ooit mijn boek uitbreng.

Tijdens de cursus kregen we ook de opdracht om voortaan overal naartoe een notitieboekje mee te nemen. In dat boekje moeten we 'momentjes' verzamelen. Stukjes tekst van een paar regels, die allerlei gebeurtenissen van de dag kunnen beschrijven. Koffie in een café, in de rij voor de kassa bij Albert Heijn, een vergadering op het werk of - zoals in mijn geval heel vaak - gebeurtenissen op stations en in de trein. Momentjes zijn dingen die je zelf meemaakt, doet of denkt. Maar het kunnen ook gesprekken zijn die je hoort, of beschrijvingen van mensen die je opvallen. Je leert erdoor te luisteren naar hoe mensen met elkaar praten, gebeurtenissen feitelijk te beschrijven en inspiratie te halen uit alles om je heen.

De schrijfcursus duurde 15 weken. In de eerste vijf weken heb ik fanatiek in mijn notitieboekje geschreven. Heel veel momentjes verzameld. Bij een aantal momentjes bedacht ik dat dat leuke anekdotes zouden zijn om over te bloggen. Slechts één momentje heeft het uiteindelijk tot blogpost geschopt. Het notitieboekje ligt inmiddels al weken onaangeroerd op de bodem van mijn zwarte schoudertas.

donderdag 7 mei 2015

Het ongemak in het gangpad

Staan in de trein is zo'n beetje het grootste leed dat de forens kan overkomen. Helaas is deze kwelling der mensheid in de trein van Amsterdam naar Utrecht (en de andere kant op) aan de orde van de werkdag. Vanmiddag was het weer raak. Ik vond gelukkig snel een zitplek. Mijn meest favoriete ook nog: die ene stoel in de benedencoupé. Waar er geen buurmens is die te dicht tegen je aanzit, of meekijkt op je telefoon-, laptop- of tabletscherm, of uitgebreid de krant leest met zijn ene arm veel te diep in jouw personal space. Niet iedereen kon vanmiddag delen in dit ultieme levensgeluk. Het gangpad vulde zich met reizigers. Zelfs op het trapje was geen plaats meer om te zitten.

Naast mijn privéstoel stond een dame van een jaar of 40 met twee zware tassen om haar schouders. Tijdens de rit hupte ze telkens van haar ene op haar andere been. Ze zuchtte. Wist niet waar ze zich vast moest houden. Greep per ongeluk in mijn haren toen ze haar hand op de rugleuning van mijn stoel wilde leggen. Ze zuchtte nog eens. Zo vaak sta ik op haar plek. Ik voelde haar pijn.

Halverwege de reis bood ik haar mijn zitplek aan. "Waarom?" vroeg ze verbaasd toen ik haar zei dat ik graag voor haar opstond. "Om het leed een beetje te delen," zei ik. Ze vond het heel aardig, stribbelde nog wat tegen. Ik was al opgestaan en zei haar dat ik mijn plek met liefde afstond. "Ik weet niet of ik hetzelfde zou doen," zei ze. Ze bedankte me hartelijk en streek zichtbaar opgelucht neer in mijn favoriete stoel.

Het ongemak in het gangpad woog lang niet zo zwaar als het fijne gevoel zomaar iets liefs te doen voor een ander.