dinsdag 29 maart 2016

Paasbandje

Pasen gaat in dit huis gepaard met een aantal tradities. Het is de enige dag in het jaar dat mijn vriend zijn gebakken of gescrambelde eitje verruild voor een gekookte variant. In de week voor Pasen sta ik mezelf al toe af en toe een regel te zingen uit het alom bekende kinderliedje 'Tis Pasen Jezus is opgestaan'. Op Paaszondag en Tweede Paasdag galmt mijn zoetgevooisde stem door het huis tot ik er zelf knettergek van word. Alle zelfstandig naamwoorden krijgen het voorvoegsel 'paas'. Denk: paastelevisie, paastuincentrum en paaslasagne. En we luisteren de LP van Jesus Christ Superstar.

Dit jaar dreigde ik te breken met deze laatste traditie. De platenspeler moest nog aangesloten. De nieuwe versterker en ik; wij begrijpen elkaar niet altijd. Kortom: teveel gedoe. Dus ik zocht de soundtrack van Jesus Christ Superstar op in Spotify en drukte play. 'Heb je de plaat al aangezet?' klonk het uit de slaapkamer. 'Eh nee,' antwoordde ik, me zeer bewust van mijn heiligschennis: 'Spotify.' 'Vandaar,' zegt mijn vriend, 'ik vond het al zo raar klinken.'

Vervolgens hebben we de hele dag platen gedraaid. De speler stond er nu immers toch. En het moet gezegd: die heerlijke LP-kraak maakt alle muziek beter. Dat je ieder kwartier de plaat moet omdraaien draagt alleen maar bij aan de feestvreugd. Veel beter dan gedachteloos een Spotify playlist aanklikken en de hele dag muziek horen waar je niet eens echt naar luistert. (Laat ik hier meteen maar even bekennen dat ik de platenspeler vanmorgen weer heb opgeborgen en Spotify en ik weer beste vrienden zijn).

's Middags las ik in het Parool dat nu ook het cassettebandje een opmars dreigt te maken. Eminem schijnt zelfs zijn Slim Shady LP uit te willen brengen op cassette. Nog even en ook het cassettedeck is niet meer weg te slaan uit de interieurs van zelfbenoemde hipsters. Staat vast leuk, naast de minicactussen en nutteloze objecten in geometrische vormen onder een glazen stolp.

Ik zie ons al voor me. Met onze walkmans in de trein en een stapel bandjes in onze tas. Met onze walkmans hardlopend door het park, het plastic apparaatje als mode-accessoire aan onze leggings geklemd. Dat we op zaterdag aan de radio gekluisterd zitten, met de Top 40 voor onze neuzen en onze vingers bij de recordknop, hopend dat de DJ zijn mond houdt tijdens de in- en outro's van onze favoriete liedjes. En dat alle kinderen straks wel weer weten wat het verband is tussen een potlood en een cassettebandje. In ieder geval begin ik mijn zoektocht naar een bandje van Jesus Christ Superstar alvast.

dinsdag 22 maart 2016

Het is iets

Aanslagen in Brussel. Zo verdrietig en angstig. De afgelopen weken betrapte ik mezelf een aantal keer op de gedachte dat het zomaar ook hier kan gebeuren. Vooral op treinstations, en dan vooral in Utrecht. Zoveel mensen bij elkaar, zo'n makkelijk doelwit. Ik stelde mezelf dan gerust met de gedachte dat alles goed in de gaten gehouden wordt. Dat 'ze' de aanslagplegers op tijd in de kiem zullen smoren. Naïef, ja. Maar je moet wat. Ook denk ik, om mezelf gerust te stellen: de kans is zo klein dat je er zelf in terecht komt. Je zal er maar in terecht komen. Of je familie, vrienden, naasten. Mijn schoonfamilie in Brussel is gelukkig veilig, maar zoveel anderen - overal ter wereld, om het maar even breed te trekken - zijn dat niet.

Mijn angst word groter. Daarbij ook de angst dat dit uitmond in nog veel meer boos- en verdeeldheid. De reactie van mensen op dit soort gebeurtenissen maakt me haast net zo bang als de gebeurtenissen zelf. Is het dan beter om maar niet te reageren? Wat is een goede reactie? Is die er wel?

Gewoon doorgaan, denk ik. Hoop ik. Lief zijn voor alle mensen die je vandaag, morgen en de rest van je leven tegenkomt. Je niet laten leiden door de angst die je onvermijdelijk wel voelt. En: leven. Het kan - echt - zomaar afgelopen zijn. Mijn zoektocht naar werk wordt opeens futiel. Straks heb ik bergen geld verdiend maar heb ik daar nooit mooie, fijne, leuke dingen mee gedaan. En dan is het oorlog, ontploft er een bom in de train waar ik inzit. Als ik dan dood ben wil ik een fijn leven hebben gehad. Geen dingen hebben gedaan omdat ze zo horen (volgens wie?) of omdat ze nu eenmaal moeten (van wie?).

Wat ga ik vandaag doen zodat ik vanavond met een gerust hart kan sterven? Iets waarop ik nu niet direct een antwoord weet. Mijn gedachten gaan naar schrijven en naar iets van betekenis doen voor andere mensen.

Ik denk ook aan alle moslims die in mijn buurt wonen, in Nederland, in Europa en overal ter wereld. Hoe moet het voor hen zijn? Hoe reageren zij op zulk soort nieuws? Ik las op Twitter een bericht van iemand die vond dat moslims geen afstand zouden moeten doen van terrorisme, omdat ieder weldenkend mens zoiets vreselijks verafschuwd. Waar, natuurlijk. Maar ik snap wel dat ook - júíst - moslims zich hierover willen uitspreken. Dat ze zeggen: dit is niet uit naam van ons geloof. Dit is niet de islam die in ons hart leeft. Dit zijn zieke geesten, haatdragers. Dit zijn wij niet.
Het maakt me heel verdrietig dat zij überhaupt de noodzaak voelen om dit zo expliciet te benoemen. Dat meer en meer alle moslims als terroristen worden gezien. Dat alle vluchtelingen een risicofactor zijn. Dáár zit ook mijn angst. Want wat doet dat met de verhoudingen in de maatschappij? Ik voel me machteloos. Want wat kan ik hier in mijn eentje aan doen?

Ik denk: het tegendeel bewijzen. Contact maken. Ik zou wel eens het gesprek hierover willen aangaan met de moslims in mijn buurt. Wat doet het met hen? Hoe gaan zij hiermee om? En hoe kunnen we samen voorkomen dat er nog meer afstand, boosheid en haat ontstaat?

Maar dan, heel eerlijk: ik ervaar wel een drempel om dat te doen. Ik ken geen moslims, op de vrouw die ik Nederlandse taalles geef na. Ik zie haar pas volgende week weer. Dan zal ik het er met haar over hebben. Het is iets. Ik ga mijn buren gedag zeggen, glimlachen (als ik dit teruglees denk ik: dat is nogal een matige actie, Froukelientje. Maar dan toch: iets). Naar iedereen uitstralen: we zijn allemaal mensen, we hebben het met elkaar te doen. Er zitten rotte appels, zieke zielen, haatdragers tussen. Zij vergiften ons mens-zijn. Maar we laten ze onze wereld, onze levens niet verpesten. We are in this together.

Ik heb heel erg getwijfeld of ik dit stukje online moest zetten. Toch doe ik het, omdat mijn gedachten misschien ook die van jou zijn. Omdat ik misschien iets in je kan aanwakkeren. Een reactie, discussie, dat je ook vanuit liefde probeert te leven in plaats vanuit angst. Samen doen we dan toch iets, in plaats van machteloos de nieuwsberichten volgen die ons alleen maar banger maken.


Returning hate for hate multiplies hate,
adding deeper darkness to a night already devoid of stars.
Darkness cannot drive out darkness; only light can do that.
Hate cannot drive out hate, only love can do that.