donderdag 29 november 2012

Mobiele eenheid

You don't know what you've got 'till it's gone luidt het alom bekende gezegde. Joni Mitchell zong het al. En Joni Mitchell never lies. Absence makes the heart grow fonder, nog zo één. William Shakespeare wist er alles van. En ik inmiddels ook, want ik ben maar liefst vijf dagen telefoonloos geweest. Iemand vond het leuk om mijn nog best wel nieuwe telefoon uit mijn uitgaanstasje (is dat een woord? U begrijpt vast wat ik bedoel) te vissen, en dus zat ik zonder. "Lekker rustig toch?" was het veel gehoorde commentaar op mijn "boehoe mijn leven heeft geen zin meer zonder telefoon"-geklaag. Rustig was het zeker, lekker allerminst. Ik kan namelijk echt niet zonder mijn telefoon, zo bleek.

1. Maandag moest ik samen met een collega ergens in Breda zijn. Vóór het weekend spraken we af elkaar op het station te ontmoeten en samen verder te reizen naar de plaats van bestemming. Je raadt het al: mijn trein had vertraging. Twintig minuten maar liefst, want aan een Fyra die niet over het hogesnelheidsspoor mag rijden heb je dus geen fuck. Maar ik konnie bellen. Drama en stress, maar uiteindelijk kwam natuurlijk alles goed.

2. Dinsdag was ik alleen thuis. De man des huizes ging poepsjiek uit eten bij Ron Blaauw. De avond kabbelde rustig voort, het werd later en later en toen wilde ik naar bed. Alleen naar bed gaan vind ik stom. Maar ik konnie bellen. Dus ben ik veel te laat gaan slapen en ging ik uiteindelijk toch nog alleen naar bed.

3. Woensdag had ik een afspraak in Amsterdam Noord. Ik vond het leuk om een kleine omweg te nemen, zodat ik niet met het pontje hoefde. Van tevoren stippelde ik mijn fietsroute uit met Google Maps en voor de zekerheid stopte ik een (papieren, mind you) plattegrond van Amsterdam in mijn tas. Waar de route normaal gesproken 35 minuten zou duren, duurde 'ie nu zo'n 5 kwartier. Mijn plattegrond bleek vlak boven het IJ op te houden. Maar ik konnie bellen. Ik vind te laat komen het ergste wat er is, maar ik deed het toch maar. 

Vandaag is het donderdag en heb ik weer een simkaart, die ik in mijn oude crappy HTC heb gestopt. De afgelopen twee jaar heb ik dat ding vervloekt, maar vandaag tel ik mijn zegeningen. Wat heerlijk rustig dat ik nu iedereen weer altijd overal kan bereiken, dat ik zie waar ik ben en waar ik heen moet en dat ik mijn treinvertraingsleed met de hele wereld kan delen!

maandag 19 november 2012

De rennersgroet


Na twee weken springtraining was het gisteren dan eindelijk zo ver: mijn hardloop vuurdoop. Gewapend met Run Keeper en op geleende hardloopschoenen vertrok ik vol goede moed naar het Flevopark. Na een wandeling van 7 minuten, een paar sprongetjes en wat rek- en strekoefeningen begon ik aan mijn intervaltraining. Vijf keer twee minuten hardlopen en daartussen steeds één minuutje lopen. 

Ik was nog nooit in het Flevopark geweest en had van tevoren niet echt een route uitgestippeld. Daardoor liep ik het meest krakkemikkige rondje ooit, maar ik vond het wel erg leuk. Vooral omdat het relatief kleine parkje werkelijk uit zijn voegen barstte van de hardlopers. Daardoor maakte ik meteen kennis met een alom bekend hardloopfenomeen: de rennersgroet. Want hardlopers groeten elkaar, blijkbaar. Net als mensen die hun hond uitlaten, mensen die in een bootje varen en mensen die gewoon van zichzelf heel aardig en sociaal zijn.

Ik kreeg diverse lachjes en knikjes toegeworpen en wist er iedere keer, zo goed en zo kwaad als het ging met mijn rood aangelopen gezicht, een glimlach uit te persen. Grappig hoe dat werkt. Samen afzien schept blijkbaar een band. We zitten in hetzelfde schuitje. Goed bezúúúg! Wat doen we onszelf eigenlijk aan? Ik weet niet wat eenieder precies met de lachjes en de knikjes bedoelde. Mijn verwrongen glimlach betekende in ieder geval steeds een welgemeend "succes!" aan het adres van de mij tegemoetkomende renner. Ik hoop maar dat dit een wederzijdse verstandhouding was, al kan ik me ook goed voorstellen dat de mij toegeworpen glimlachjes meer meelijdend van aard waren. Ach gosh, kijk die arme stumper afzien.

En afzien? Dat doe ik vandaag ook best een beetje, want jémig wat heb ik een spierpijn in mijn heupen/liezen/de bovenkantbinnenkant van mijn bovenbenen. Ik wist niet eens dat ik daar spieren had.


zaterdag 10 november 2012

Channeling my inner pubermeisje

Ik moet even wat kwijt over twee mooie meneren die me deze week zijn opgevallen. Omdat het zaterdagavond is en mijn stukjes heus niet altijd zoveel diepgang hoeven te hebben.

1. Toen een aantal jaar geleden bekend werd dat Daniel Craig de nieuwe James Bond zou zijn, vond ik dat maar stom. Pierce Brosnan was de Bond waar ik mee opgroeide en Daniel paste, vond ik, helemaal niet in het plaatje. Afgelopen week zag ik Skyfall en ik ben volledig van mening veranderd. Niet alleen omdat ik de film heel erg tof vond, maar ook omdat Daniel James Bond gewoon is. Charmant, stijlvol en stoer. En smoking hot, dat natuurlijk ook. Eerder zag ik dat niet zo, maar as we speak is Daniel te zien bij The Graham Norton Show en - laten we het beschaafd houden - ik vind het maar moeilijk om me op het schrijven van deze blog te concentreren.

2. Al heel erg lang ben ik fan van (en verliefd op) Robbie Williams. Voor Take That was ik eigenlijk nét te jong, dus ik ken Robbie vooral van zijn solocarrière. Twee keer zag ik hem optreden en beide keren herinner ik me nog als de dag van gisteren. Deze week stond 'ie weer volop in de spotlights, want zijn nieuwe album is uit. Ik heb het nog maar één keer geluisterd en moet eerlijk toegeven dat ik er niet echt warm of koud van word. Maar dat neemt niet weg dat ik tijdens Van der Vorst Ziet Sterren en The Voice of Holland weer als vanouds zwijmelend voor de tv zat. De haren wat grijzer, de ogen wat rimpeliger, maar nog altijd een volmondige prrrrt waard.

Ik moet een beetje lachen om hoe leeghoofdig dit stukje is. Maar een beetje tienermeisjes gezwijmel heeft nog nooit iemand pijn gedaan, of wel?

dinsdag 6 november 2012

Run Froekje, run!

Mijn allereerste en tot nu toe enige hardloopervaring was alles behalve een succes. Hoewel ik liep met Evi (onder de hardlopers vast wel bekend) in mijn oren, kreeg ik na een minuutje al overal pijn. Zere knieën, zere voeten, zere bovenbenen en ik kreeg zelfs last van mijn schenen. Om nog maar te zwijgen over mijn abominabele conditie. Kortom: dat hardlopen vond ik absoluut niet voor herhaling vatbaar. 

Wel heb ik altijd een belachelijke bewondering gevoeld voor hardlopers. Meiden die bloggen over hardlopen volg ik maar al te graag (ik noem een Annemerel.com) en toen een aantal van mijn collega's vorig jaar de Dam tot Damloop liep, was ik apetrots en had ik zó veel ontzag voor hen. Wat een prestatie, en hoe gááf moet het zijn om dat 'zomaar even' te doen! Een aantal van mijn vriendinnen loopt ook hard en wat zou het toch eigenlijk leuk zijn om eens met een vriendin te gaan rennen. Maar ja, ik en rennen? Van z'n langzalzeleven dus mooi niet.

Totdat ik twee weken geleden bij de fysiotherapeut op de loopband moest. Hij vond dat ik het heel goed deed, erg netjes liep en vroeg: "Waarom loop jij eigenlijk niet hard?" Eh... Ja. Waarom eigenlijk niet? Als hij zegt dat ik het kan, dan moet het me toch gewoon lukken? Als hij zegt dat iedereen kan hardlopen, ben ik toch heus niet zó krakkemikkig dat ik de enige uitzondering op de regel vorm? Toen ik thuiskwam na het fysio half uurtje, heb ik meteen twee hardloopapps op mijn telefoon geïnstalleerd en Evi weer opgezocht. Ik had echt enorm veel zin om te beginnen! Van de fysio moest ik echter nog twee weken uitvalspassen doen. Daarna zouden we het hardlopen langzaam gaan opbouwen.

Die twee weken zijn nu voorbij en ik ben nog net zo enthousiast over het hele hardloopgebeuren. Vanavond heeft de fysiotherapeut mij nog wat springoefeningen geleerd. De komende 3 á 4 weken moet ik die opbouwen, steeds zwaarder maken en steeds langer springen. Als dat goed gaat, zonder pijn in de knietjes, mag ik gaan rennen. 5 x 2 minuten. Op mijn nieuwe hardloopschoenen, die ik wel nog even moet kopen. Maar dat ga ik zeker doen, want dit is menens. Ik heb er zin in en ik kan dit. En ik zal jullie tot in den treure op de hoogte houden van mijn vorderingen.

zondag 4 november 2012

Wat ik geleerd heb over schrijven (en mezelf)

Zo lang als het internet bestaat, heb ik een weblog gehad. Toch ben ik nooit een fanatieke blogger geweest. Meestal hield ik het na een paar weken stukjes schrijven alweer voor gezien en verscheen er daarna slechts sporadisch een brainwave op mijn blog. Met linesonpalms.nl was ik vastberaden het anders te doen. Maar na ruim een jaar kan ook dat onderkomen me niet meer bekoren. Ik heb geleerd dat ik teveel tijd stop in de lay-out van mijn blog, waardoor het schrijven van stukjes op de achtergrond raakt. En zo leerde ik de afgelopen jaren nog een aantal dingen over schrijven en hoe dat (niet) werkt bij mij.

1. Ik ben een luie schrijver geweest. Ik dacht dat de stukjes zich vanzelf wel zouden schrijven op de momenten dat ik inspiratie had. Dat klopt ook wel, maar in de praktijk werkt het maar één keer in de twee maanden zo. Dat je weet waar je over wilt schrijven, achter de laptop kruipt en er zonder moeite een blogpost uit je vingers rolt. Ik heb geleerd dat ik er echt voor moet gaan zitten, ook als ik nog niet precies weet wat ik schrijven wil. Als ik tijd inruim om te schrijven, dan komen de stukjes vanzelf. Misschien niet altijd van de meest hoogstaande kwaliteit, maar ik leer mezelf in eerste instantie aan dat kwantiteit boven kwaliteit gaat. Er moet gewoon geschreven worden!

2. Als ik een idee heb voor een blogpost, moet ik dat direct ergens opschrijven. Het liefst zelfs meteen helemaal uittypen op de computer. Vaak bedenk ik dingen op de fiets, of onder de douche. Opschrijven is dan natuurlijk lastig, maar zodra ik ben opgedroogd of afgestapt moet ik mijn idee meteen noteren. Hoe langer het in mijn hoofd blijft zitten, hoe stommer het idee wordt. Hoe langer ik erover blijf malen, hoe meer het - voor mijn gevoel - aan kracht verliest. Meteen noteren en uitwerken dus, die inspiratie.

3. In het verleden schreef ik over alles wat los en vast zat. Recensies van boeken, films en concerten, recepten, beschrijvingen van mijn dagen, al mijn twijfels en onzekerheden. Ik heb geleerd een keuze te maken. Ik heb voor mezelf bepaald dat ik in ieder geval niet zal schrijven over recepten, geen recensies zal schrijven en geen letterlijke beschrijvingen van mijn dag zal plaatsen ("Ik ging... En toen... Daarna... En toen..."). Ik hou ervan om anekdotes te gebruiken en daar een beschouwing op los te laten. Of om van anekdotes een verhaal te maken. Mijn streven is dan ook om dat soort posts op deze blog de boventoon te laten voeren. Daarnaast kan ik natuurlijk niet zonder reflectieve stukjes over mezelf: wat denk ik, wat voel ik, wat wil ik? En lijstjes (fijne dingen, favorieten, count your blessings) zullen er ook zijn. Lijstjes zijn immers altijd goed.

4. Het is mijn ultieme doel om ooit een boek te schrijven. Vroeger schreef ik wel eens verhaaltjes, later werden dat fanfictions en chicklit-achtige korte verhalen. Nog nooit schreef ik een verhaal langer dan 50 pagina's. Waarom en waarover ik dan in hemelsnaam een boek moet (wil) schrijven, weet ik eigenlijk ook niet. Maar ik heb geleerd dat alleen schrijven mij aan het schrijven kan krijgen. Het maakt dan niet uit waarover. Als ik mijn Moleskine weer eens fanatiek vol schrijf, merk ik dat dat een positief effect heeft op mijn bloggedrag. Het zal me dan ook niets verbazen dat als ik fanatiek ga bloggen, dat een positieve uitwerking op mijn boeken-schrijf-perikelen heeft.

5. Ik heb geleerd dat ik gevoelig ben voor reacties van anderen. Vriendinnen die me aanmoedigen, een vriendje dat achter me staat, maar ook (of misschien wel vooral) reacties van mensen die ik niet, of minder goed, of alleen via internet ken. Het motiveert echt om reacties op mijn stukjes te krijgen. Ik vind het heel leuk als je me laat weten dat je me leest. Dus, nu weet je wat je te doen staat... ;)

Proost op oost (1)

Sinds een tijdje is er in mijn straat een hippe mannenkleding zaak gevestigd. De winkel valt aardig uit de toon tussen de vele Turkse en Marokkaanse bakkers, groentemannen en slagers die de straat rijk is. De eigenaar is "eigenlijk helemaal niet zo van de mode", maar vond gewoon dat een hippe herenwinkel precies was wat Amsterdam Oost nodig had. "Iedereen vindt al heel lang dat Oost hipper, leuker, beter en frisser moet," zei hij. "Maar als iedereen dat maar blijft vinden en alsmaar niemand iets doet..." Waarheid als een koe, natuurlijk. En ik bewonder deze jongeman ten zeerste.

Als ik een greintje meer ondernemingszin (en -kunde) in me had gehad, had ik het leegstaande pand onder onze woning al lang gekocht en was ik er een hippe koffiebar begonnen. Of een vintage boeken/muziek/kleding/vanallesennogwat winkeltje. Die kans is nu verkeken, want twee weken geleden is het pand verkocht. Er komt een "broodjeswinkel". Ik vrees weer een mediterraan getint bakkers gebeuren, maar hoop uit alle macht op een hip etablissement als De Bakkerswinkel. We zullen het snel genoeg weten, want de nieuwe eigenaren gaan ons er binnenkort van overtuigen dat het toch echt nodig is om bij ons op het dakterras een airco te plaatsen. Mits gedecoreerd met bloemen en zo stil als een muis maak ik daar niet zo'n probleem van. Maar bij ook maar een zweempje overlast eis ik natuurlijk direct een leven lang gratis ontbijt, of op zijn minst kortingsbonnen en iedere ochtend kosteloze koffie to go.

Hoewel er echt nog wel wat werk te doen is in Oost, geloof ik dat het gestaag de goede kant op gaat met de buurt. Regelmatig hoor ik mensen zeggen: "Tien jaar geleden wilde je hier echt niet komen. Toen liep iedereen met een wapen op zak." Ik heb me hier nog nooit onveilig gevoeld. Mijn buurman, die handelt in oude wasmachines, computers en televisies, wenst me ieder moment van de dag een "Goedemorgen, buurvrouw!" Tegenover zit een luxe brillenzaak en daarnaast heeft de Marokkaanse bakker zijn gevel net met gouden letters gepimpt. Dáárnaast is het pand echter wel degelijk aan een grondige opknapbeurt toe. Maar een stukje verderop zijn er Licht & Meubels en de Java Bookshop die het straatbeeld weer opkrikken en een glimp laten zien van hoe de straat er over een paar jaar uit zal zien.

En tussen alle slagers, bakkers en groenteboeren is er altijd nog Studio K. De vleesgeworden hipheid van Amsterdam Oost. Het is er heerlijk borrelen, eten, film kijken en dansen. Vandaag zagen we er Skyfall en twee weken geleden dansten we er tijdens het Amsterdam Dance Event. En ik durf te wedden dat ik er volgende week weer te vinden ben. Is het niet om The Perks of Being a Wallflower te bekijken, dan wel om een lekker herfstig biertje te drinken. 

Maar goed, long story short, wat ik eigenlijk zeggen wilde: mijn lief kocht vandaag een hele hippe winterjas in een hele hippe winkel in het hele hippe Amsterdam Oost.

vrijdag 2 november 2012

Shoot for the moon

Op mijn 'officiële' blog linesonpalms.nl heb ik al een hele tijd niet meer geschreven. Ik ben niet meer tevreden met de lay-out, heb geprobeerd daar wat aan te doen, maar raak steeds verder verstrikt in het ingewikkelde web van CSS templates waar ik geen sikkepit van snap. Jammer, want mijn gevoel zegt niet te willen schrijven voordat de hele lay-out weer tip top in orde is. Zonde, want ik schrijf juist zo graag en was er juist zo van overtuigd dat ik het dit keer eens wél voor altijd zou volhouden.

Al een tijdje probeer ik me voor te stellen hoe het is om onder mijn eigen naam te bloggen. Herkenbaar, vindbaar voor iedereen. Er zijn niet zo gek veel mensen op deze wereld die mijn naam delen. Dus als mensen mij googelen - waarom ze dat zouden doen? daar denk ik maar liever even niet over na - zullen ze vanaf nu direct mijn blog vinden. Dat is eng en leuk tegelijk. Eng, omdat ik daarmee wel moet uitkijken wat ik het universum in zend. Eng, omdat mensen met één druk op de knop veel over mij te weten zullen komen. Dat ik schrijf, bijvoorbeeld. En dat is juist ook het leuke. Mensen mogen zien dat ik schrijf. Dat ik het leuk vind om te schrijven. Dat ik daarmee wil oefenen, for all eyes to see. Schrijven voor mezelf heb ik al zo vaak geprobeerd. Dat lukt me niet. Ik wil schrijven voor lezers, voor feedback, voor kritiek. Om beter te worden, om uit oefening kunst te baren, om blogger, columnist, schrijver te worden.

Misschien hoog gegrepen. Maar shoot for the moon... Als ik het nu niet doe, doe ik het nooit meer. Een sprong in het diepe dus. Ik ben Froukelien, en ik schrijf. Leuk dat je leest.