maandag 25 april 2016

De kracht van kwetsbaarheid

Oké, ik wil even iets rechtzetten. Als je mij niet kent (misschien ook wel als je me wél kent) en je hebt mijn laatste paar blogposts gelezen, dan kan ik me voorstellen dat je mij ziet als een mega onzeker en faalangstig vrouwke. Vervult van zelfhaat en afstevenend richting de rand van de meest diepe, donkere en depressieve afgrond die je je maar kunt indenken. Ik zal je maar meteen geruststellen, lieve lezer, want: het tegendeel is waar.

Ik durf wel te zeggen dat ik me zekerder en moediger voel dan ooit, dat ik nog nooit zoveel van mezelf heb gehouden en dat ik misschien zelfs nog niet eerder in mijn leven zo gelukkig was. De stukjes die ik schrijf komen wel voort uit mijn zoektocht naar nog meer geluk en zelfcompassie. Want leer mij mezelf kennen; het is nu eenmaal nooit helemaal genoeg. De opmerking van mijn vriendje - 'Gaat het wel goed met je?' - na het lezen van mijn laatste blogpost, heeft me echter wel aan het denken gezet over het delen van zulke kwetsbare en openhartige dingen over mezelf. Cue het boek 'De kracht van kwetsbaarheid' van Brené Brown.

Ik heb de neiging om een hele samenvatting van het boek te geven, maar ga het maar gewoon lezen als de titel je op wat voor manier dan ook aanspreekt. Ik vind het heel mooi. Het klinkt wat zweverig misschien, maar is juist helemaal gebaseerd op jarenlang wetenschappelijk onderzoek van Brené.
Uit dat onderzoek blijkt dat de bereidheid van mensen om zich kwetsbaar op te stellen de allerbelangrijkste eigenschap is van mensen die wholeheartedly leven (de Nederlandse vertaling zegt 'bezield leven', maar ook hier vind ik het woord met het hart erin veel mooier). Wholehearted leven betekent volgens Brené dat je leeft vanuit het gevoel dat je de moeite waard bent: "Wat ik vandaag ook doe of laat, ik ben genoeg." En dat is precies het doel dat ik ooit hoop te bereiken.
Brené pleit bovendien voor meer kwetsbaarheid in het bedrijfsleven, in het onderwijs en in de opvoeding, omdat ze ervan overtuigd is dat dit leidt tot meer verbondenheid en - ik zeg het maar even op z'n allersimpelst - een liefdevollere wereld.

Me kwetsbaar opstellen dus; durven mezelf te laten zien zoals ik ben. Mijn angst voor wat anderen vinden loslaten, net als mijn perfectionisme en de neiging om mezelf met anderen te vergelijken. Dit blog is de perfecte manier om dat te oefenen, getuige ook mijn stukjes van de afgelopen weken.

Aan de ene kant is dit blog natuurlijk heel veilig. Jullie zien mij niet, ik kan heel goed nadenken over mijn woordkeuze, over wat ik wel en niet wil delen. Dingen die ik toch liever niet wil zeggen gewoon weer deleten. Aan de andere kant missen jullie mijn (meestal vrij expliciete) non-verbale communicatie. Je mist mijn intonatie, mijn grote glimlach waarmee ik je normaal iets zou vertellen: als het hier dan zo grijs op wit staat, klinkt het allemaal meteen veel ernstiger dan ik het eigenlijk bedoel.

Vooral op Facebook krijg ik reacties op mijn stukjes. Laat ik vooropstellen dat ik dat verschrikkelijk leuk vind. Als mensen zeggen dat ze zich herkennen (of juist niet), dat ik ze aan het denken zet, dat ze me vertellen over hoe zij zelf met dingen omgaan, dat ze moeten lachen. Ik krijg er een warm hart van. Tegelijkertijd vind ik die reacties heel spannend. Mensen creëren voor zichzelf een beeld van mij, wat misschien helemaal niet klopt. En er zullen mensen zijn die het met me oneens zijn, die me een zeikwijf vinden, die me héél raar vinden.

Mensen beginnen ook steeds vaker 'in het echt' tegen mij over mijn blog te praten. Dan zeggen ze dat ze mijn stukjes lezen en dat ze dit en dit herkenbaar vinden en dat ze er zelf zus en zo mee omgaan. Op dat moment ben ik op mijn allerkwetsbaarst, want het schild dat het computerscherm normaal gesproken vormt is dan verdwenen. Ik denk er ook wel eens aan wat er gebeurt als mensen in een toekomstig sollicitatiegesprek zeggen dat ze mijn blog hebben gelezen. Hoe reageer ik daar dan op?

Maar kom maar op hoor, lieve vrienden, toekomstige werkgevers: ga maar met me in gesprek. Dit is wie ik ben, en dat mag je best weten. Ik ben me ervan bewust dat mijn stukjes het beeld dat je van me hebt misschien vast wat hebben ingekleurd. Dat vind ik oké. Ik bewijs graag het tegendeel, breng nuance aan, zal openhartig zijn. En wie weet wakker ik dan ook wat van die kwetsbaarheid in jou aan.

donderdag 21 april 2016

Openhartigheid

Zul je net zien: zit ik vorige week heel stoer te doen op Facebook dat ik al een paar weken achter elkaar een blogpost heb geschreven, krijg ik deze week geen enkel fatsoenlijk stukje op papier. In ieder geval niet zonder in herhaling te vallen. Of zonder dat het een heel saai stukje wordt. Ik heb uit pure wanhoop zelfs gedacht dat ik misschien maar mijn oude rubriek tune thursday uit het stof moest doen herrijzen. (In dat kader toch een klein tipje mijnerzijds: RHODES, voor als je houdt van zwelgen-in-zelfmedelijden-muziek (toevallig één van mijn favorietste genres): het is prachtig).

Hoe het komt dat schrijven me zo vaak niet (goed genoeg) lukt, werd er tijdens de schrijfprocesles van afgelopen dinsdag maar weer eens fijntjes ingewreven. De docent liet ons ons schrijvers-kernkwadrant invullen. Mijn valkuil: perfectionisme. Mijn uitdaging: minder oordelen.

Laat 'niet oordelen' nou precies één van mijn belangrijkste levenswaarden zijn. Let wel: als het gaat over het be- en veroordelen van ánderen. Hoe mensen eruit zien, hoe ze zich gedragen, wat ze zeggen, hoe bepaalde situaties zijn. Ik vind het heel belangrijk om alles en iedereen met een open houding tegemoet te treden. Geen hokjes en hekjes te plaatsen. Open minded, heet dat dan, in goed Nederlands. Ik vind openhartig een veel mooier woord. En volgens mij gaat die openhartigheid mij redelijk goed af. En als het even niet lukt, dan betrap ik mezelf daar in ieder geval op. En is herkenning niet de eerste fase in het proces van genezing, ofzo?

Hoe kan het dan dat ik juist over mezelf zo genadeloos kan oordelen? Echt, als het op mezelf aankomt, vind ik zo'n beetje alles wat ik doe, zeg en produceer raar, stom of onbenullig. Dat wordt flink oefenen dus, om die beoordelaar in mij de mond te snoeren. Om gewoon tevreden te zijn met wat er is.

Van mijn taalmaatje kreeg ik gisteren alvast een fijn lesje tevredenheid. Alhoewel, het stappenplan 'Vijf acties voor een tevreden jij' bleef uit.
"Ik ben gewoon altijd tevreden met mezelf," zei ze.
"Ik hoef geen Ferrari te rijden," was het meest concrete voorbeeld dat ze gaf.
Nu hoef ik ook zeker geen Ferrari, dus waarom doe ik dan zo moeilijk?

Gelukkig had ook zij, de meest tevreden persoon die ik ooit heb ontmoet, nog iets te wensen: "Ik ben heel jaloers op vrouwen met kleine voeten. Mijn voeten zijn groot en hebben knobbels aan de zijkant. Ik wou dat ik kleine voetjes had."
De tegenstelling had niet groter kunnen zijn. Mijn voeten zijn het enige deel van mezelf waar ik erg tevreden over ben. Ze zijn klein, poezelig en knobbelloos. Oké, als ze niet zo zouden opzwellen als het warm is, mijn hielen niet zo vreselijk blaargevoelig waren, en als mijn kleine teennagels wat groter zouden zijn zodat ik die tenminste ook fatsoenlijk kan lakken... Dan zouden ze helemaal perfect zijn.

zaterdag 16 april 2016

Javaplein


Ik zie een grote boom, daaronder picknicktafels.
Schoolmeisjes staan in een kring Turkse pizza's met döner te eten.
Op het marmeren tafeltje staat een neppe vetplant, een cappuccino met kaneel.
Het bankje waarop ik zit is met een ijzeren slot vastgemaakt aan de tafel.
Een oude man op een scootmobiel vist een pakje melk uit het mandje aan zijn stuur en neemt een slok.
Een jonge vader zet zijn kind in de bakfiets en stopt een stapel kinderboeken in zijn schoudertas.
Vijf mannen in vijf verschillende kleuren zitten op het betonnen bankje.
Sommige mensen wonen hier. Boven de sportschool, boven de bibliotheek.
De zon breekt door.
Een kind in een buggy draagt een gebreide muts met een pompom bovenop.
Mijn jas kan uit.
Ik zie een groene fiets, een zwarte zadelbeschermer met witte polkadots. Banden zo dik dat ze niet tussen de tramrails passen.
Een man met een ringbaardje draagt een bananenplant over het plein.
Tram 14 rijdt voorbij. De postbode op zijn fiets.
Een jongen op een scooter steekt met zijn ellebogen op het stuur zijn sigaret aan.
Ik zie een meisje met oranje haren en een linnen tas van kattencafé Kopjes over haar schouder.
Een jongetje in voetbaltenue met een legging onder zijn broek, zijn kniesokken eroverheen.
Een oldtimer.
Het ene ogenblik een plein vol met mensen. Nog een keer kijken en er is bijna niemand meer.
Bert Jonk, de koel- en vrieswagenverhuurspecialist staat bij het kruispunt te wachten tot hij rechtsaf kan slaan.
Anna Sylvia speelt op 24 april in de Coffee Company.
Vaak zie ik mensen in hun eentje op een terras zitten. Ze schrijven. Ik kijk vol bewondering.
Nu zie ik mezelf.

woensdag 13 april 2016

Niet beginnen is niet mislukken

Ik heb een chronisch writer’s block. Een vrij lastige aandoening voor iemand die liefst drie blogstukjes per week online zet en daarnaast graag korte verhalen en uiteindelijk een roman wil schrijven. Hoewel ik bijna elke dag wel iets schrijf, naast to do- en boodschappenlijstjes, zijn de meeste dingen die ik in mijn notitieblok kalk op geen enkele manier publiceerbaar. Heel soms ontspruit er uit mijn ongestructureerde brainfarts een kant-en-klare blogpost. Veel vaker durf ik mijn eigen gewauwel niet eens terug te lezen.

Laat ik maar meteen mijn hand in eigen boezem steken: ik ben gewoon niet zo goed in beginnen. Zelden ga ik gedisciplineerd en gefocust achter mijn laptop zitten om me te storten op een nieuw stukje. Ik vestig veel te veel hoop op het spontaan ontstaan van goede ideeën. En bij een écht goed idee schrijft de tekst zich verder vanzelf. Toch?
Zo blijkt het dus niet te werken. Ik heb altijd te veel vertrouwen gehad in inspiratie. Ik dacht dat het mij vanzelf wel zou vinden. Dat het zou komen aanwaaien (meestal trouwens op momenten dat je het niet kunt vangen op papier: onder de douche bijvoorbeeld, op de fiets, of midden in de nacht (ja sorry, maar dan ga ik echt niet het bed uit om het licht aan te doen en m’n kladblok erbij te pakken; mijn slaap is me te dierbaar)), en als het dat niet doet zijn er slechts twee conclusies te trekken: ik heb een writer’s block of ik heb geen talent en een echte schrijver zal ik daarom nooit worden.

Gelukkig blijken ook deze twee conclusies niet waar. Je schijnt inspiratie te kunnen oproepen, door gewoon te beginnen. Alleen door te beginnen kun je in ‘de flow’ raken, en heeft er tijdens die mysterieuze flow ooit iemand een gebrek aan inspiratie ervaren? Maar juist dat beginnen vind ik dus het allermoeilijkst. Een schrijfdocente wist mij haarfijn uit te leggen hoe dat komt: als je niet begint, kan het ook niet mislukken.
Die angst om te beginnen speelt me ook op andere gebieden wel eens parten. Sporten, bijvoorbeeld. Sollicitatiebrieven schrijven, of überhaupt vacatures zoeken. Een businessplan bedenken. En schoonmaken, maar dat staat los van de angst om te mislukken, want in schoonmaken ben ik toevallig heel erg goed – daar kom ik gewoon voor uit.

De betreffende schrijfdocente zei ook: die angst, überhaupt de gedachte dat iets dat jij maakt kan slagen of mislukken, het is allemaal ego. Een plaatje dat je hebt gemaakt en waaraan jij moet voldoen. Laat dat los en je zult een vrij mens zijn. Oké, dat laatste zei ze niet op die manier, maar ik denk wel dat het klopt. En niet alleen wat het schrijfproces betreft.
Helaas gaf ze geen tips over hoe we dat plaatje kunnen verscheuren, de fik erin, kssjt. In mijn aantekeningen schreef ik slechts: Ego --> plaatje --> moet weg.
Volgende week heb ik weer les van haar. Ik verheug me nu al op de inspiratie voor een nieuwe blogpost die me dan zal komen aanwaaien.

dinsdag 5 april 2016

Over werk, verwachtingen en levensgeluk

Vandaag las ik in een boek dat we van onze baan niet moeten verwachten dat die ons gelukkig maakt. Werk is gewoon een manier om in je levensonderhoud te voorzien. Het boek gaat over het versimpelen van je leven, en staat propvol relativerende gedachten over werk, relaties en jezelf. Alles staat in het teken van loslaten, accepteren en je verwachtingen bijstellen. Nog zo'n mooie quote (nee maar echt): 'Onze eigenwaarde hangt volledig af van datgene wat we onszelf opleggen om te zijn en te doen'. Maar over eigenwaarde wellicht op een later moment een ander stukje.

Werk dus, en dat je daar heus niet altijd gelukkig van hoeft te worden. In de context van het boek begrijp ik deze gedachtegang wel: het helpt natuurlijk enorm als je de verwachtingen op het gebied van je werk niet te hoog legt. Dat je gewoon je dingetje doet op kantoor, zonder dat je ervan verwacht dat het bijdraagt aan een hoger doel of een ultieme levensvervulling. Immers, als je vindt dat je werk de sleutel tot jouw geluk is, dan moet alles wat je doet zinvol zijn, moet alles leuk zijn en doe je zelfs de stomste taken met een glimlach op je gezicht. Beter nog: er zíjn geen stomme taken. No pressure.

Toch borrelde er een brokje verontwaardiging in mij op. Want dit is totaal niet hoe ik naar werk wil kijken. Wat ik belangrijk vind in mijn werk, is dat het iets is waar ik zelf veel voldoening en blijheid uithaal. En waar anderen, op wat voor manier dan ook, iets aan hebben. Plus: we besteden het grootste gedeelte van ons leven aan werken, dus dan willen we toch wel iets doen waar we gelukkig van worden en waardoor we aan het einde van de dag voldaan naar bed kunnen gaan? (Om te doen wat we écht het grootste deel van ons leven doen: slapen. En jongens, word ik me daar toch een partijtje gelukkig van.) Dat je er dan toevallig ook nog van leven kunt, is mooi meegenomen. Maar ja, op die manier leg ik de lat voor mijn (toekomstige) baan inderdaad wel erg hoog.

In het boek staat ook nog een tussenvorm: 'Bedenk dat alleen al het feit dát je werkt je een gevoel van zin kan geven. Werk is een van de dingen die het leven de moeite waard maken. Het uitvoeren van doelen en taken geeft een gevoel van voldoening, en voldoening geeft zin'. Verklaart meteen waarom mijn werkloze leven soms zo zinloos voelt. Ik ben een ster in het stellen van doelen, bedenken van taken, het maken van lijstjes met acties die me aan een baan moeten helpen en allerhande huishoudelijke klussen. Het uitvoeren echter, dat is nogal een struikelblok. Maar ook daarover wellicht later een ander stukje.

Ik heb een vriendin die er bewust voor heeft gekozen een minder uitdagende baan aan te nemen, zodat ze geen stress ervaart, om 5 uur de deur achter zich dicht kan trekken om vervolgens de dingen te gaan doen waar ze echt gelukkig van wordt. Daar is echt wel wat voor te zeggen. Maar het liefst ben ik gewoon dag in dag uit, werk of geen werk, honderd procent gelukkig met mijn leven. Gelukkig heeft het boek daar ook een antwoord op: 'Bedenk dat geen enkele situatie honderd procent goed of slecht is. Alles is relatief en een bepaalde mate van ontevredenheid zul je altijd houden. Hoge verwachtingen maken het werk alleen maar lastiger en zorgen ervoor dat je sneller gefrustreerd raakt. Ook over jezelf.'

Goh.

Het boek waar ik het in dit stukje over heb is 'Versimpel je leven' van Sjoukje van de Kolk. Niet perse een aanrader, want het staat bol van de schoten voor open doel en relativeert het leven soms bijna kapot. Maar het levert wel weer inspiratie op voor een stukje. En juist boeken waar je het niet geheel mee eens bent, zetten je aan het denken over je eigen zienswijzen, zo blijkt.